Waarom onze goede voornemens zo vaak stranden en wat dat over ons zegt
Elk jaar opnieuw gebeurt het. Terwijl de laatste dagen van december wegtikken, maken miljoenen mensen zich klaar voor een symbolische herstart. Het nieuwe jaar voelt als een blanco blad, een kans om het beter te doen, anders te doen, of eindelijk te doen wat we al jaren uitstellen. We beloven onszelf dat we gezonder gaan eten, meer gaan bewegen, minder gaan stressen, vaker gaan bellen met vrienden, of eindelijk dat ene project oppakken dat al te lang stof verzamelt.
Goede voornemens zijn bijna een ritueel geworden. Ze geven ons het gevoel dat verandering mogelijk is en dat is op zich al waardevol. Maar dan komt januari. En februari. En ergens tussen maart en juni verdwijnt de glans van die ambitieuze plannen. Tegen de tijd dat december opnieuw voor de deur staat, moeten velen toegeven dat er van die voornemens weinig terechtgekomen is. Hoe komt dat toch?
"Misschien moeten we het anders aanpakken?"
De magie van het moment
Het einde van het jaar heeft iets symbolisch. We kijken terug op wat geweest is, voelen de nostalgie van de feestdagen en de belofte van een nieuw begin. In die sfeer is het makkelijk om groot te dromen. We zien een betere versie van onszelf voor ons, en dat beeld werkt motiverend. Maar het is motivatie die vooral gevoed wordt door emotie, niet door realistische planning.
De valkuil van te grote ambities
Veel goede voornemens mislukken omdat ze te vaag of te groot zijn. “Ik ga gezonder leven” klinkt mooi, maar wat betekent dat concreet? “Ik ga elke dag sporten” is ambitieus, maar vaak niet haalbaar naast werk, gezin en onverwachte wendingen van het leven. Wanneer we falen, voelen we ons schuldig en dat schuldgevoel zorgt er vaak voor dat we helemaal afhaken.
Gewoontes veranderen vraagt tijd
Een jaar lijkt lang, maar gedragsverandering is traag. We onderschatten hoe hardnekkig onze routines zijn. Een voornemen is snel gemaakt, maar het omzetten in een nieuwe gewoonte vraagt herhaling, structuur en mildheid voor jezelf. En dat laatste ontbreekt vaak. We verwachten onmiddellijke resultaten, en als die uitblijven, concluderen we dat het “niet lukt”.
Het contrast: dromen versus doen
Het contrast tussen wat we ons voornemen en wat we uiteindelijk realiseren, zegt vooral iets over hoe menselijk we zijn. We willen vooruit, maar we botsen op de realiteit van het dagelijks leven. Toch betekent dat niet dat goede voornemens zinloos zijn. Integendeel: ze tonen waar onze verlangens liggen. Ze zijn een kompas, geen contract.
Misschien moeten we het anders aanpakken
In plaats van één keer per jaar grote beloftes te doen, kunnen we beter kleine, haalbare stappen zetten op elk moment van het jaar. Niet wachten op 1 januari, maar beginnen op een willekeurige dinsdag. Niet streven naar perfectie, maar naar vooruitgang.
Goede voornemens falen vaak, maar de wens om te groeien blijft. En misschien is dat wel het mooiste voornemen van allemaal.
Rudi Leysen
Reactie plaatsen
Reacties